1.Bovenste Vak
Het Bovenste Vak is het uitgangspunt van je schema. Dat Vak bevat doorgaans de kwestie of het probleem dat je aan de orde stelt, dan wel de vraag die je tracht te beantwoorden. In een groepeerschema gaat het om een breed thema dat opgesplitst kan worden in categorieën op lagere niveaus in je schema. (We spreken van het Bovenste Vak en verwijzen naar hogere en lagere niveaus in het schema, maar je kunt er ook voor kiezen om je schema van links naar rechts te laten lopen, of zelfs van onder naar boven).
2.Tak
Een vak in een schema en alle aftakkingen daarvan noemen we een tak. Een schema zal vaak uit vele takken bestaan, die zelf weer zijtakken hebben. Je kunt die takken van een geselecteerd vak verbergen door te klikken op het kleine teken ‘subtract’ in de hoek. Om de verborgen vakken weer zichtbaar te maken, klik dan op het ‘plus’-teken.
3.Vak
Een schema bestaat uit vakken die verbonden zijn. Elk vak heeft een ‘ouder’(behalve het Bovenste Vak) en kan een willekeurig aantal ‘kinderen’ hebben. Alle vakken onder een vak zijn diens ‘afstammelingen’ en alle vakken in een rechte lijn omhoog naar het Bovenste Vak zijn de ‘voorouders’.
4.Oorsprong schema
Als een schema lineair is als deze, zonder takken, dan is het niet altijd duidelijk welk vak het Bovenste Vak is. De lijn ‘Map Origin’ geeft het Bovenste Vak aan in een lineair schema. Deze verdwijnt als er takken aan het schema worden toegevoegd.
- Het bCisive scherm
- Het maken van een schema